Skip to main content

Henk-Jan van den Bosch is verpleegkundige. Een kwetsbaar beroep: in de gezondheidszorg wordt veel bezuinigd en als christen kun je met gewetensbezwaren te maken krijgen. Daarom is Henk-Jan lid geworden van de RMU (Reformatorisch Maatschappelijke Unie), een christelijke vakorganisatie.

Als jonge, mannelijke verpleegkundige is Henk-Jan een uitzondering in zijn vakgebied. Slechts tien tot twintig procent van de verpleegkundigen is man. Voor Henk-Jan was de keus snel gemaakt. “Het zit in de genen, de interesse voor verpleging zit in ons gezin en mijn vriendin werkt ook in de zorg.” Henk-Jan komt uit een reformatorische gemeente. Daar is het een uitzondering om als jongen te kiezen voor het vak verpleger. Hij kreeg dan ook verschillende reacties toen hij koos voor mbo verpleegkunde. “Ze vonden het maar vreemd”, vertelt Henk-Jan. “Sommige vrienden vroegen zich af hoe ik leeftijdgenoten van het vrouwelijke geslacht zou verzorgen. De eerste keer was het natuurlijk ook best onwennig, maar ik heb ervaren dat ik er op een professionele manier mee kan omgaan. Een patiënt heeft zorg nodig. Daarbij hoort ook het wassen van intieme delen, dus ook bij vrouwen.”

“O, ben jij er ook zo een?”

– Henk-Jan van den Bosch

Reacties
Patiënten reageren over het algemeen positief op Henk-Jan. “Mensen vinden het leuk dat ik tijd neem voor een praatje. Over het algemeen krijg ik de reactie dat ik als man wat nuchterder en met humor kan reageren. Dat maakt het werk ook echt leuk, vind ik. Een enkele keer maak ik mee dat mannelijke patiënten niet verpleegd willen worden door een vrouw. Meestal is het andersom: een vrouw wil vaker niet verzorgd worden door een man.”

Henk-Jan is lid geworden van de RMU, omdat hij beseft dat het mogelijk is dat hij op een vervelende manier door een werkgever ontslagen of gediscrimineerd kan worden, want juist in de gezondheidszorg verschillen ethische visies enorm. Henk-Jan: “Mijn christelijke overtuiging en visie over leven en dood kan een reden zijn dat ik niet word aangenomen of zelfs mijn ontslag krijg. Er wordt veel bezuinigd binnen ziekenhuizen. Ik ben nu nog jong en een goedkope arbeidskracht, maar hoe zal dat over een aantal jaren zijn, als ik duurder ben en misschien als lastig word ervaren? RMU kan juridische adviezen geven en mij helpen om op een goede manier te reageren op mogelijke problemen.”

“Ik vond dat er geen sprake was van uitzichtloos lijden.”

– Henk-Jan van den Bosch

Christen-zijn
Die bezorgdheid over zijn baan komt niet uit de lucht vallen. Henk-Jan heeft tijdens zijn werk als verpleger al meerdere voorvallen meegemaakt waarin hij werd aangekeken op zijn christelijke overtuiging. “Soms hoor ik haatdragende opmerkingen over mijn christen-zijn: ‘O, ben jij er ook zo een?’ En laatst had ik een sollicitatiegesprek in het ziekenhuis waar ik nu werk, omdat ik hier graag in vaste dienst wil. Ik heb het helaas niet gekregen. Ik vermoed dat dit komt door mijn houding tijdens een palliatieve sedatie (het toedienen van slaapmedicatie in de laatste levensfase, red.) van een patiënt. Ik heb gezegd dat ik het er niet mee eens was om de slaapmedicatie te geven, omdat ik vond dat er geen sprake was van uitzichtloos lijden. Ik zal het nooit vergeten: de patiënt werd in slaap gebracht, maar werd weer wakker! Ze heeft nog een ijsje gegeten en is daarna in haar slaap overleden. Aan de andere kant maak ik ook mooie momenten mee. Er was een patiënt die een sterk geloof en vertrouwen in God had. Hij was niet bang om te sterven, hij koos er bewust voor dat verdere behandeling mocht stoppen. Hij was als een getuige voor de afdeling en voor ons als verplegend personeel.”

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.