Skip to main content

Ze was dertien en kreeg kanker. Martine de Wit (23) is nu jaren verder en na diverse chemokuren genezen. “Ik werd me echt bewust van hoe afhankelijk je van God bent.”

“Ik was dertien en kreeg last van m’n knie”, begint Martine. “Daar dacht ik verder niet veel over na, maar in de zomervakantie werd het erger en zijn we naar het ziekenhuis gegaan. Daar kreeg ik een drukverband om m’n knie en daarna ging het weer prima, maar na twee weken deed het wéér pijn. De huisarts verwees ons door naar het ziekenhuis.” De artsen maken eerst een röntgenfoto en twee weken later, op 24 september 2007, is ook een MRI-scan nodig. Als Martine en haar moeder daarna het ziekenhuis uitlopen, worden ze teruggeroepen. De dokter brengt de nare boodschap. Martine heeft kanker.

“Ik heb geleerd dat God er altijd is”

– Martine de Wit

Afhankelijk
Alles ziet er nog hetzelfde uit: de stoplichten, de straat, de kerk, het hele dorp ziet er zelfs nog hetzelfde uit. Hoe kan dat nu? Hoe kan alles er nog hetzelfde uitzien als de hele wereld veranderd is?, schrijft ze in haar boek Een wolk in mijn been (over haar leven met botkanker en de periode daarvoor en daarna). Op dat moment weet Martine nog niet wat haar te wachten zal staan. Wel denkt ze gelijk: als God het wil, is het goed. Martine: “De week voordat ik hoorde dat ik kanker had, kregen we op catechisatie de vraag of we nog in God zouden geloven als we een ernstig ongeluk of ernstige ziekte zouden krijgen. Mijn antwoord was toen dat ik verwachtte dat ik dan niet meer in God zou geloven, omdat ik niet zou snappen waarom Hij zoiets zou doen. Maar toen ik écht kanker kreeg, een week later, had ik veel steun aan het geloof en werd ik rustig van bijbellezen en bidden en van het zingen van psalmen. Ik werd me echt bewust van hoe afhankelijk je van God bent. Iedereen gaat ervan uit dat je morgen weer gezond opstaat, maar ik keek echt niet verder dan een halve dag.”

Neus dichtbranden
De wereld van een kankerpatiënt wordt geregeerd door chemokuren, haaruitval, operaties, infecties, sondevoedingen en nog veel meer. Martine heeft het, net als vele andere kankerpatiënten, allemaal meegemaakt. De vreselijke moeheid na de chemokuur, het inbrengen van een sonde via haar neus, het gevoel van griep hebben (alleen dan veel erger).

Haar naarste herinnering is het dichtbranden van haar neus zonder verdoving. Als gevolg van een infectie krijgt Martine, terwijl ze zich toch al heel ziek voelt, een vreselijke bloedneus die maar niet wil stoppen. Als een arts haar neus wil dichtbranden om het bloeden te stoppen, bloedt haar neus zo hevig dat de verdoving er gelijk weer uitloopt. Ze schrijft daarover in haar boek: Ik ben helemaal slap door het bloed dat ik kwijt ben. En ik had dat bloed juist zo hard nodig om te vechten tegen de infectie en de koorts. Als ik nu mocht kiezen tussen een chemo of een infectie, zou ik tóch kiezen voor een chemo. Zeker weten.

“Ik werd me echt bewust van hoe afhankelijk je van God bent”

– Martine de Wit

Alleen
Martine heeft veel steun ervaren van haar ouders, zusje, familie en vrienden, maar ze heeft zich ook erg alleen gevoeld. “Je voelt je alleen, omdat je het allemaal niet zo goed begrijpt en omdat je op veel momenten ook echt fysiek alleen bent. We woonden ver van het ziekenhuis en mijn ouders konden onmogelijk steeds bij me blijven.” Het meeleven steunde haar enorm. “Niet iedereen wist altijd precies wat ze moesten zeggen, maar dat is te begrijpen. Als het andersom was geweest, had ik het ook niet geweten!”

Eerlijk
“Heel vaak zeggen mensen juist niet wat ze denken, maar het is beter om gewoon eerlijk te zijn”, vertelt Martine bedachtzaam. “Zeg het bijvoorbeeld als je het eng vindt om je vriendin kaal te zien. Als je je vriendin door jouw gevoelens onbewust minder gaat zien, wordt ze onzeker over de vriendschap, terwijl het de vriendschap kan verdiepen als er openheid is. En vergeet broertjes of zusjes niet. Als iemand kanker heeft, gaat er vaak veel aandacht uit naar de kankerpatiënt en de ouders of de partner, maar de andere kinderen in het gezin worden weleens vergeten.”

Chaos
Als Martine haar tijd in het ziekenhuis na negen maanden afsluit, is ze blij, maar later voelt ze zich onrustig. Ze gaat naar een psycholoog, omdat het in haar hoofd een enorme chaos is. “Ik zat in de knoop met mezelf na alles wat er was gebeurd. De psycholoog heeft me geholpen om m’n gedachten en gevoelens op orde te brengen. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik nog mag leven! De gevolgen van mijn ziekte vind ik soms wel moeilijk, zoals de halfjaarlijkse controle en de prothese in mijn been. Ik had liever geen kanker gehad, maar ik vind het niet erg dat ik kanker heb gehad. Ik heb geleerd dat God er altijd is. Ik ben me veel bewuster van het leven en geniet daarom van de kleine dingen. Dat ik dat geleerd heb, had ik toch niet willen missen.”

Wie is Martine?
Martine de Wit studeerde communicatie aan de Hogeschool Rotterdam. Martine heeft een vader en een moeder en een zusje. Ze houdt van mensen, van gezelligheid, van schrijven en van buiten zijn. Ook vroeger, tot haar dertiende, was Martines leven heel gewoon. Ze ging naar school en naar catechisatie, speelde met haar zusje en maakte lol met vriendinnen. Tot de dag dat ze hoorde dat ze botkanker had. Ze schreef daarover het boek Een wolk in mijn been (uitgeverij De Banier). www.martinedewit.com

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.